top of page

Maak kennis met ONze denkers

Denkschool voor Thomas-26.png
Denkschool voor Thomas-24.png
Denkschool voor Thomas-25.png

MIRJAM

CAROLINE

WERNER

mirjam poolster

Mirjam is medeoprichter van De Denkschool, studeerde filosofie aan de Erasmus Universiteit, en is bevoegd tweede graads filosofiedocent. Zij is een no-nonsense denker die al jarenlang bezig is om kinderen en volwassenen te leren denken. Dat doet zij op socratische wijze en vooral aansluitend op de praktijk van de deelnemers. Daarnaast traint zij teams en belangstellenden in het prachtige vak van kinderfilosoof. 

ons
team

Wij zijn Mirjam, Caroline en Werner, drie hardwerkende, idealistische en vooral praktische filosofen. Samen vormen we het team van De Denkschool.

Caroline van twillert

Caroline is medeoprichter van De Denkschool, studeerde aan de Erasmus Universiteit, en is bevoegd eerste graad docent filosofie. Ze houdt ervan om materiaal te maken waarmee verschillende doelgroepen uit de voeten kunnen. Haar belangrijkste drijfveer is het vergroten van wederzijds begrip van denkbeelden. Ze gelooft in de kracht van vragen stellen en leert graag aan anderen hoe ze dat als kinderfilosoof kunnen doen. 

Werner van Rossum

Werner van Rossum studeerde filosofie aan de universiteit in Leiden en Nijmegen en is bevoegd als eerstegraads  docent filosofie. Hij gaf een tijdlang les aan het middelbaar onderwijs. Inmiddels heeft hij naast De Denkschool een eigen filosofische praktijk: RedelijkerWijs. Met zijn opgewekte, nieuwsgierige stijl zet hij kinderen, jongeren en volwassenen aan om zich te verwonderen, hardop te zeggen wat ze denken én daar vragen bij te stellen.

"Behoud je het recht voor om te denken, want het is beter je te vergissen dan helemaal niet te denken." - Hypatia

Mirjams manifest

Ik pleit hier voor een oude kunst. DIe van het zorgvuldig naar elkaar luisteren.

Wie niet horen wil zal het voelen

Elk mens mag oude opvattingen vervangen door nieuwe of andere opvattingen. Natuurlijk zijn er mensen die veranderlijkheid aanzien voor karakterzwakte. Zij vinden de macht van traditie en gewoonte belangrijker dan verandering van opvatting. Toch kunnen ook zij niet ontkennen dat elke vooruitgang die de mensheid tot stand bracht het gevolg is van veranderende inzichten. Zelfs een verandering die teruggrijpt op oude manieren doet dat op grond van nieuwe argumenten.

​

Ik pleit hier voor een oude kunst. Die van het zorgvuldig naar elkaar luisteren. Luisteren levert inzicht in de redenen voor opvattingen. Zelfs wanneer de opvattingen verschillen, vertonen beweegredenen verrassend vaak overeenkomsten. Vaxers en anti-vaxers willen beiden het beste voor hun kinderen. Zij verschillen van opvatting over de manier waarop ‘dat beste’ bereikt kan/mag of zelfs moet worden. Religieuzen en niet-religieuzen worden beiden gedreven door hun streven naar het goede. Het verschil zit hem in wat dat goede behelst en welke factoren daarin het zwaarst wegen. Vegetariërs en carnivoren streven beiden naar de best mogelijke manier om het menselijk leven op de planeet in stand te houden. 

Ik ben filosoof. Mijn pad door de wereld leidt me naar achterstandswijken. Daar leer ik jonge leerlingen denken. Leerlingen die op zenden staan en een flinke rugzak aan context torsen. Zij leerden mij dat denken begint met luisteren! Eerst horen, dan begrijpen en dan pas iets vinden. Voor juffen (die vaak zenders zijn) geen eenvoudige taak. Filosoferen met kinderen is oude inzichten toetsen aan nieuwe feiten. Wat gebeurt er in de praktijk als we .X. doen en/of als we nou .Y. doen? Alles kan en mag gezegd worden in de gesprekken die we voeren, al rekenen we lang niet alles goed! Bij filosofie zijn er wel degelijk foute antwoorden en soms slechte argumenten.

​

Mijn leerlingen leren al vanaf groep 1 om alle argumenten kritisch te bevragen. Zij wegen eerst argumenten en besluiten dan pas  over een opvatting. Zo leren ze ook verschillende drijfveren kennen. Verschillende religies hebben verschillende leefregels. Beide eisen godsdienstvrijheid op. Als de één wel mag bestaan, en de ander niet? Wie mag er dan beslissen welke moet verdwijnen? En op grond waarvan?

​

Ik doe niet in antwoorden! Dan zou ik voor hen bepalen wat de inhoud van hun denken is. Ik leer hen DAT ze denken, niet WAT ze denken. Dat doe ik omdat het hun overlevingskansen in een veranderlijke wereld vergroot. Wanneer we onze kinderen en onze leerlingen niet meer leren om zelf te denken dan luistert niemand meer naar argumenten. Dan leidt de meest luidruchtige communicatiestrategie tot politieke macht. Dan worden we overgeleverd aan de dictatuur van echoputten als Facebook of reclamecampagnes. Dan kunnen we niet meer mee-veranderen met de wereld. En die wereld verandert! Zonder verander-mogelijkheid blijft die vooruitgang beperkt tot woest getwitter en dwingt onze aangeboren overlevingsdrang ons tot een oorlog van allen tegen allen.

​

Ik ben (net als de UNESCO en de VN) voor vrede en ik pleit voor filosoferen met jongeren en kinderen omdat nauwkeurig luisteren een vaardigheid is die vrede en veiligheid bevordert.

Caroline's manifest

Ik wil niet in een wereld leven waarin je als volwassene schrikt als iemand je extra aandacht geeft door een luisterend oor te bieden of vragen te stellen.

Begrijpend leven

Loesje kwam met een poster waarop stond: nieuw vak op school “begrijpend leven”. Deze zin vat samen waarom ik ben begonnen met filosoferen met kinderen. Ik wil dat kinderen wordt meegegeven dat het net zo belangrijk is om naar elkaar te luisteren, elkaar vragen te stellen en moeite doen om elkaar te verstaan - als dat het is om te leren rekenen en je veters te strikken. Ik wil dat kinderen leren begrijpend leven. Begrijpend leven betekent niet dat je jezelf of de ander moet begrijpen. Begrijpend leven sluit niet uit dat overtuigingen haaks op elkaar kunnen staan. Om de Duits-Joodse filosoof Hannah Arendt te citeren: Begrijpen is niet hetzelfde als vergeven. Het is belangrijk dat je je best doet om de ander te ‘willen’ begrijpen. Iemand begrijpen is een poging om een gemeenschappelijke tussenruimte te creëren. Echter, je hoeft die gemeenschappelijke tussenruimte niet te betreden. Het lijkt misschien niet zo, maar de keuze om de tussenruimte niet te betreden is een begripvolle daad.                                                                                                                     

Vanuit de ervaring die ik heb opgedaan in het begeleiden van filosofische gesprekken weet ik dat voor veel volwassenen een filosofische luisteroefening in eerste instantie confronterend is. Zij ervaren na een filosofisch gesprek, waarbij zorgvuldig luisteren centraal staat, hoe fijn het is om een paar minuten aandachtig naar elkaar te luisteren en de filosofische vraag die wordt gesteld samen op te pakken, of dit nu in een duo of een groep is. Tegelijkertijd worden ze geconfronteerd met het besef dat er op weinig plekken zorgvuldig naar elkaar wordt geluisterd.

 

Ik wil niet in een wereld leven waarin je als volwassene schrikt als iemand je extra aandacht geeft door een luisterend oor te bieden en vragen te stellen. Zorgvuldig luisteren moet de norm zijn, niet de uitzondering. Ik vraag al heel vroeg aan kinderen wat het verschil is tussen horen en luisteren. Ik geef geen antwoord, ik laat ze over het verschil nadenken. Dit doe ik bijna als een herhalende meditatie oefening, in de hoop dat ze het verschil tussen horen en luisteren zich eigen maken en naarmate ze ouder worden steeds behendiger worden in actief en reflectief luisteren op de momenten dat het nodig is.                                                                       

 

Als je niet alleen hoort, maar daadwerkelijk probeert te luisteren, dan denk ik dat je tegelijkertijd probeert iemand te begrijpen. Dat de woorden, de begrippen, de klanken resoneren. Dat er vanzelf een tussenruimte ontstaat, zonder dat je er hard voor hoeft te werken. De behoefte om elkaars standpunten af te keuren wordt dan steeds kleiner. Dit noem ik begrijpend leven.

​

Het is idealistisch om te denken dat iedereen altijd ontvankelijk is om een begripvolle houding aan te nemen. De kans is groot dat niet iedereen de ruimte, energie of het geduld heeft om zorgvuldig te luisteren. Daarbij is het niet voor iedereen even gemakkelijk vragen te bedenken, laat staan vragen te stellen.  Maar zij kunnen hierbij wel geholpen worden.  Daarom is het mijn missie om zo veel mogelijk gesprekspartners bij elkaar te brengen en ze actief te begeleiden in het luisteren, het verstaan van elkaar. Niet alleen de woorden, maar ook het tempo van het denken. Ik wil ze aansporen om vooral niet op te geven als iemand stopt met praten.

Werners 
manifest

Twijfel snoeit: het maakt ruimte voor andere antwoorden en perspectieven

Ongezond verstand

“Gezond verstand is het best verdeelde goed ter wereld: iedereen meent er zelf ruim genoeg van te hebben.” (René Descartes, 1564)
 
Het gezond verstand is een antwoordapparaat. Stel een vraag en jouw gezonde verstand geeft je vrijwel altijd, volautomatisch en binnen enkele seconden, een antwoord waar je iets aan hebt. De mogelijkheden lijken haast onbegrensd: een praktische oplossing voor het lek in je dak, een inzicht in welke grapjes wél en niet kunnen, wie je vriend is en wie je vijand, wat normaal is en wat niet? Je gezonde verstand staat tot je dienst. En dat is maar goed ook, want antwoorden worden gewaardeerd. Ze geven richting en structuur, stellen gerust, lossen conflicten op: we kunnen ermee verder.
 
Er is eigenlijk maar één ding waar je verstand niet zo goed in is: twijfelen. Twijfelen is de mogelijkheid dat je het niet bij het juiste eind hebt serieus nemen. En er is volgens mij een reden waarom twijfelen zoveel moeilijker is dan antwoorden geven. De Thomas Hobbes gaf
een hint toen hij schreef: “verstandigheid is niet meer dan ervaring, die de tijd in gelijke mate verdeelt over alle mensen”. Je verstand put uit je eigen ervaring, de ervaringen van ouders en vrienden, de verhalen, meningen en ideeën die rondzweven in de vertrouwde boeken en media in je buurt. Het synthetiseert al deze zaken tot één mooi, afgerond oordeel over hoe het zit. Als gezond verstand inderdaad gebaseerd is op ervaring, kan het zich logischerwijs niet baseren op dingen die het niet zelf heeft meegemaakt. Bovendien is het gezond verstand verbonden met het levenspad dat jij zelf hebt bewandeld: niemand kan jou vertellen dat je daar niet bij was, en dat het niet precies zo was. Zo wordt het gezond verstand iets heel persoonlijks, waar je niet graag afstand van neemt.
 
Toch is ook twijfel is belangrijk, zeker als we het samen ergens over eens moeten worden of als je om wilt kunnen gaan met veranderingen in je leven en de wereld. Antwoorden woekeren, stapelen zich op, overstemmen elkaar, buitelen over elkaar heen. Daar zorgt dat ‘gezonde’ verstand wel voor. Twijfel snoeit: het maakt ruimte voor andere antwoorden en
perspectieven.
We zijn nu eenmaal met meer. Als we het samen ergens over eens willen worden, moet er een beetje ruimte zijn vrijgehouden naast mijn eigen ervaringen voor de jouwe. Ik kan pas iets
van jouw rare keuzes begrijpen als ik twijfel aan mijn eigen verstandigheid (zoals Epictetus zegt: “Het is onmogelijk dat je iets leert waarvan je denkt dat je het al weet”).
Wanneer de wereld verandert (en dat gebeurt nogal eens), verliezen sommige antwoorden hun geldigheid. Ze verdwijnen echter niet vanzelf: er moet gesnoeid worden. De eerste knip is misschien spannend, maar je zult merken dat het daarna steeds makkelijker wordt.

bottom of page